Java

Een mix van mystiek, geschiedenis en modernisatie

Het meest bevolkte eiland van Indonesië roept bij verschillende mensen verschillende beelden naar voren. Voor velen is Java de hectische hoofdstad Jakarta met haar moderne wolkenkrabbers en overvolle wegen. Voor anderen staat Java voor de oude beschaving van Midden-Java met haar wereldberoemde monumenten zoals de boedhistische Borobudur tempel en de hindoestaanse Prambanan tempel, eeuwenoude batik kunst alsmede de intrigerende cultuur van Yogyakarta en Solo. Sommigen herinneren Java als het eiland waar voor eeuwen de koloniale machten heersten en hun sporen nalieten. Java kan al deze associaties hebben, maar ook die van vele rurale landschappen zoals de talrijke rijstvelden in groen, geel en bruine tinten. Zelfs tropisch regenwoud kan gevonden worden in dit dichtbevolkte eiland, alhoewel deze relatief lastig te betreden zijn.

Niet in de laatste plaats staat Java bekend om haar reeks van actieve en non-actieve vulkanen, met de 2392 meter hoge Bromo als de meest beklommen vulkaan van Indonesië. Met zulke grote schakering aan toeristische plekken verdient Java het om op zijn minst enkele weken bereisd te worden.

 

West-Java

Voor eeuwen was Sunda Kelapa, de haven van Jakarta, bekend als een belangrijk handelscentrum voor buitenlandse kruidhandelaren. Rondom deze oude haven heeft zich een stad vol met contrasten ontwikkeld. Oud en nieuw, traditie en vooruitgang, armoede en extreme welvaart, wolkenkrabbers en sloppenwijken leven allemaal langs elkaar. Jakarta is de meest bezochte toeristische locatie van de Indonesische archipel. Dit is vanwege haar sleutelrol in het nationale vlieg- en vaar netwerk. Echter, niet veel toeristen zijn erg gecharmeerd van deze overbevolkte stad en verlaten Jakarta dan ook zodra ze enkele van de historische en culture bezienswaardigheden hebben bezocht. Het vergt de nodige tijd en geduld om deze energetische stad werkelijk te kunnen waarderen.

Bogor is slechts enkele uren van Jakarta vandaan. Het was eens een fris en koel vakantie resort voor de koloniale overheersers van Jakarta. Bogor is nu een snelgroeiende stad waar vervuiling een veelvoorkomend fenomeen is. Echter heeft Bogor ook een belangrijk deel van haar groene en frisse imago behouden in de vorm van Kebon Raya, een 100 hectare grootte botanische tuin. Voor het eerst uitgetekend in 1817 huist deze tuin meer dan 15.000 exotische planten soorten en is het een verrukking om per voet te bezichtigen.

Ten oosten van Bogor, en ten westen van Bandung, strekt zich een keten aan vulkanen tot aan het dorpje Ciamas. Hier sluit deze vulkaan keten het Bandung plateau, en het kleinere Garut-plateau, in. Dit compacte hoogland staat bekend onder de naam Parahyangan, of ‘het domein van de goden’ en de bergen reiken hier tot in de wolken. Deze vruchtbare regio was het centrum voor een bloeiende koloniale theecultuur in de 19e en 20e eeuw. In 1957 werden alle Nederlandse en Engelse bedrijven genationaliseerd en samengevoegd zodat het grote staatsbedrijven konden worden. Tot op de dag van vandaag staan de omvangrijke theeplantages, met de brede-hoed dragende plukkers, garant voor een fantastisch uitzicht. Malabar, opgericht en beheert door K.A.R. Bosscha, is een van deze theeplantages. Het huis, dat voorheen van de plantagemedewerkers was, wordt nu gebruikt als een gasthuis.

De derde grootste stad van Indonesië, Bandung, is het centrum van de Soendanezen, welke het grootste deel van West-Java bevolken. De Soendanezen staan bekend om hun lichte huid, voorkeur voor gefrituurde vis, rauwe salades, en nogal strikt islamitische geloof. De Soendanezen staan ook bekend om hun driedimensionale houten wayang golek poppen, het angklung instrument gemaakt van bamboepijpen en Soendanese liederen en dansen die worden begeleid door een kecapi (sitar) en een suling (bamboe fluit).

Bandung laat nog steeds veel zien van haar rijke koloniale verleden: grote privéhuizen en indrukwekkende gebouwen in toentertijd vooruitstrevende architecturale stijlen, laten de glamour en welvaart zien die de stad ooit gekend heeft.

Een twee uur durende rit vanuit Bandung brengt je naar een vruchtbaar gebied genaamd Cipanas. Gelegen op de helling van de Gunter berg voorziet dit dorp in prachtig landschap, hete bronnen, en prachtige rijstvelden. Candi Cangkuang, de oudste Hindoetempel is nabijgelegen. Cipanas is ook de beste plek om de actieve Papandayan vulkaan te bezichtigen.

In de zoektocht naar een koel zeebriesje en enkele mooi zandstranden kun je Pangandaran proberen, een schiereiland aan de westkust. Dit vissersdorpje is erg populair onder de lokale en buitenlandse toeristen. Het zandstrand is erg breed maar de zee kan onvoorspelbaar zijn; sommige geloven dat dit het domein is waarin de aanboden, en gevreesde Ratu Kidul, de koningin van de Zuidzee, heerst. Tot op vandaag de dag worden er nog vele offers door lokale vissers aan haar gebracht. Dit alles in ruil voor een veilige reis en een goede vangst.

Op het puntje van het schiereiland ligt een nationaal park dat zeker de moeite waard is om te bezoeken. De verschillende diersoorten zijn relatief gemakkelijk te spotten.

Een aantrekkelijke manier om Midden-Java, vanuit Pangandaran, te bereiken is per boot om vervolgens de westkust te volgen. Hier vind je de nogal onaantrekkelijke industriestad van Cilicap. Je passeert mangroves en het gevangeniseiland van Nusa Kembangan.

Centraal-Java

Het dorpje Wonosobo, omgeven door rijstvelden, indrukwekkende bergen en vele tabaksvelden, is zeker de moeite waard om te bezoeken. De markt is een levendige plek waar je allerlei soorten tabak, fruit, groenten en andere interessante lokale producten kunt vinden. De paardenkar is een aantrekkelijke manier om door de stad te bewegen. Wonosobo ligt voornamelijk op vele reisroutes, omdat het de startplaats is van een mysterieus plateau genaamd Dieng. Dit mistige plateau is gelegen op een hoogte van meer dan 2000 meter en diende vroeger als een plek voor de aanbidding van Hindoe goden. Tussen de 7e en 9e eeuw werden hier rond de 200 tempels gebouwd. Hiervan blijven er nog steeds acht, redelijke intacte tempels over voor de bezoekers om te bekijken. Naast de historische interesse die het Dieng-plateau opwekt kunnen er ook opmerkelijk gekleurde vulkanische meren, vulkanische openingen, interessante mensen en goede wandelmogelijkheden gevonden worden op het plateau.

Vanuit Wonosobo ligt Yogyakarta op een relatief korte afstand. Voordat je deze bekende hofstad binnentreedt moet je een van de zeven wereldwonderen passeren: de boeddhistische Borobudur tempel. Dit magnifieke kunstwerk en vakmanschap, gebouwd in de 8e en 9e eeuw, staat vandaag de dag in een enorm groot park. De tempel wordt dagelijks bezocht door vele mensen en de koele ochtenden en namiddagen bieden een goede mogelijkheid om van de vele facetten van de tempel te genieten.

Yogyakarta is een levendige en attractieve stad die beheerd wordt door Sultan Hamengkubuwono welke nog steeds een dominante hoffelijke cultuur hooghoudt (dit inclusief al haar mystieke uitdrukkingen). De stad biedt een breed scala aan interessante bezienswaardigheden en verdient hierdoor zeker een aantal dagen van je tijd. Enkele bezienswaardigheden zijn het hof, de levendige markten, musea, dansvoorstellingen en zeker niet op de laatste plaats de handwerkfabrieken. Hier wordt onder andere leer, de wayang kulit (platte leren poppen), zilver en batik (een techniek waarbij vezels worden gekleurd door de toevoeging van wax, welke delen van de stof beschermt) geproduceerd.

Op korte afstand van de stad ligt de Merapi vulkaan, en deze staat voor een uitdaging voor velen. Parangtristis, in het zuiden, staat bekend om ruime zwarte zandstranden, maar is bovenal een belangrijke ceremoniële plaats voor het hof en haar inwoners.

Vanuit Yogyakarta kun je in een oostelijke of noordelijke richting reizen naar Semarang. Op weg naar Semarang passeer je twee interessante bezienswaardigheden: het spoorwegstation van Ambarawa is de eerste. Hier staat een museum met oude locomotieven waarbij je de mogelijkheid hebt om in oude wagons, van Europese makelarij, te reizen. Niet ver van Ambarawa is de plek van Gedung Songo. Hier staan enkele kleine hindoetempels verspreid over een fantastisch landschap. Als het weer helder is kun je ook nog eens enkele Javaanse vulkanen zien.

De volgende grote stad in oostelijke richting is Surakarta, of misschien wel beter bekend als Solo. Dit is Java’s andere hofstad. Alhoewel Solo een rijke historie heeft, en het nog steeds enkele van haar rechterlijke functies vervult, is het vandaag de dag minder Javaans dan Yogyakarta. Waar het Hof van Yogyakarta nog steeds politieke macht bezit, regeert de Sultan van Solo alleen binnen de muren van het Hof. De belangrijkste industrie is batik en alhoewel traditionele batik nog steeds wordt geproduceerd is het merendeel fabrieksproductie geworden.

Vanuit Solo kiezen velen ervoor om direct, via de hoofdweg, naar Oost-Java te reizen. Echter, een interessant alternatief is de pittoreske weg naar Tawangmangu, een kleine stad gevestigd op de helling van de mystieke Luwu berg. Mooie wandelingen, prachtige vergezichten, watervallen een van Java’s erotische tempels, Candi Sukuh, maken dit een lonend ommetje.

Oost-Java

Vanuit Tawangmangu is de grens tussen Midden en Oost-Java slechts een kleine afstand. Deze tweede meest dichtbevolkte provincie staat voornamelijk bekend om haar vulkanen en natuurlijke schoonheid. Echter, het is ook rijk aan historische overblijfselen, waarvan de meeste teruggevonden kunnen worden in de Brantas vallei. Malang, het grootste dorp in deze vallei is een goede startplek voor enkele bezoeken aan tempels. Gelegen op een hoogte van 450 meter was Malang ooit een populaire stad onder de koloniale Europeanen. Deze cultiveerde koffie, cacao, rubber, thee en suikerrietplantages in de vruchtbare omstreken. De stad behoudt nog steeds haar koloniale verleden, welke samen met de strategische locatie naar andere toeristische bestemmingen van Malang een waardevol bezoek maken.

Bromo is een van de drie meest actieve vulkaan in de oude Tengger kraterrand. Deze unieke 8 x 11 kilometer grote zandzee is de bodem van de oude Tengger vulkaan en werd in 1919 al tot een nationaal reservaat gedoopt. Het is een unieke ervaring om de zonsopkomst van de oude kraterrand of vanuit de rokende Bromo vulkaan te bekijken. Dit gebied is ook de thuisbasis voor het Tengger volk, welke nog steeds een oude vorm van Hindoeïsme beoefenen. Om te voorzien in levensonderhoud verbouwt het Tengger volk verschillende soorten groenten en andere landbouwproducten in het land op de vruchtbare helling. Dit geeft de regio een uitstraling van een lappendeken. Het Bromo-Tengger Nationaal Park is vandaag de dag relatief gemakkelijk te bereiken via steile en winderige wegen met verscheidende hotels nabij (zelfs op de oude kraterrand). Dit stelt bezoekers in staat om de nacht dicht tegen de Bromo Vulkaan aan door te brengen.

Na het Tengger gebied te hebben achtergelaten kiezen veel reizigers ervoor om rechtstreeks naar Bali te gaan. Hierdoor laten ze echter een aantal bezienswaardigheden in Oost-Java onbezocht. Onder deze bezienswaardigheden valt de Ijen krater. Dit is een deel van het Ijen-Merapi-Maelang natuurreservaat in het oosten, en het Meru Betiri nationaal park in het zuidoosten. Kalibaru is een klein en aantrekkelijk dorpje waar vanuit beide parken bezocht kunnen worden. Tussen de koffie-, rubber- en cacaoplantages biedt dit dorpje betaalbare accommodatie. Vanuit hier kunnen reizen naar de bovengenoemde parken georganiseerd worden. Het Ijen gebied was eens het toneel voor vulkanische activiteiten. Dit liet een reusachtige krater achter van waaruit zes nieuwe vulkanen ontsprongen. Een deel hiervan is gevuld met water, dat vanwege de hoge dosering zwavel prachtig turkoois gekleurd is. Aan de oevers van dit grootste kratermeer zijn meerdere vulkaanopeningen. Vanuit deze opening wordt negen tot twaalf ton zwavel gewonnen per dag. Deze stukken zwavel worden door dragers naar een installatie 20 kilometer verderop gebracht!

Het Meru Betiri Nationaal Park is van gelijke schoonheid en bestaat uit duizenden onaangetaste laag- en hoogland tropische regenwouden. Met relatieve eenvoud onthullen deze tropische regenwouden interessante vogel- en primaatsoorten. Omgeven door, en zelfs binnen de grenzen, zijn er grote cacao-, koffie- en rubberplantages. In het zuiden worden de onvoorspelbare Zuidzee grenzen van het park en haar stranden door schildpadden gebruikt voor het leggen van eieren. Bijgestaan door parkwachters is het mogelijk om een van deze stranden nabij het kleine plantagestadje Sukamade te bezoeken en geduldig af te wachten tot een enorm vrouwelijk schildpad uit de zee opduikt. Deze begint dan aan een zware klim naar het strand om haar eieren te leggen.